Bouwen & Wonen
De vraag naar woningen, en daarmee de urgentie om woningen te bouwen, blijft groot. Er is een grote opgave in het toevoegen van nieuwe woningen en het toekomstbestendig maken van de bestaande woningvoorraad. Ook is er aandacht voor de vraag naar woonwagenstandplaatsen en huur woonwagens op de bestaande woonwagen locaties binnen de gemeente Emmen.
De woningbouwopgave blijft aandacht en prioriteit vragen van de gemeente. Dit wordt integraal opgepakt. We blijven ons in 2025 inzetten voor verschillende woningbouwsegmenten en doelgroepen. De komende jaren zetten we in op de ontwikkeling van de woningbouwprojecten vanuit de vastgestelde 1e en 2e tranche gemeentelijke woningbouwlocaties. Daarnaast blijven we ons inspannen om voldoende bouwmogelijkheden te creëren voor externe partijen en woningcorporaties. We gaan het subsidiefonds betaalbare woningbouw van de gemeente uitwerken en gebruiken. Hierdoor stimuleren we het toevoegen van kwalitatief goede en betaalbare woningbouwontwikkelingen.
We creëren meer overzicht in de totale woningbouwopgave door de woningbouwmonitor integraal te gebruiken. Hierbij kijken we naar de huisvesting van meerdere doelgroepen. De komende jaren willen en moeten we hier meer regie op voeren om knelpunten voor doelgroepen op de woningmarkt op te lossen.
De opgaven die voortvloeien uit de Woonzorgvisie zijn vastgelegd in ons Woonzorgakkoord. Dit werken we regionaal en lokaal uit met de zorg- en welzijnspartijen en woningcorporaties.
Momenteel werkt het Rijk aan de invoering van de ‘Wet Versterking Regie Volkshuisvesting’. Het is in afwachting van het nieuwe kabinet en de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wanneer de wet wordt vastgesteld, of er aanpassingen komen en wanneer de wet inwerking treedt. Naar verwachting gaat deze wet per 1 juli 2025 in. De wet heeft impact op onze gemeentelijke organisatie en taken. We bereiden ons voor om uitvoering te geven aan de nieuwe wettelijke taken. Eén van de taken uit de nieuwe wet is dat er een gemeentelijk Volkshuisvestingsprogramma opgesteld moet worden. Om dit goed te kunnen doen, is het uitvoeren van een nieuw woningmarktonderzoek van belang. Dit wordt in 2025 uitgevoerd.
De gevolgen van de energiecrisis blijven voelbaar en daarmee een aandachtspunt. Deze zijn, nadat ze in 2022 explosief zijn gestegen, door het Rijk afgetopt. Hoewel de prijzen zijn gedaald, blijft het onzeker in welke richting en mate deze zich ontwikkelen. Alle beschikbare middelen (eigen stimuleringsleningen en middelen vanuit de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe, Volkshuisvestingsfonds, Publiek Ontzorgen en het Rijk) worden zo efficiënt mogelijk ingezet om inwoners te ondersteunen.
Afval
Door de invoering van Diftar per 1 januari 2022, is het aantal kilo’s restafval flink gedaald. Onze inwoners zijn er inmiddels aan gewend geraakt om de restafvalcontainer minder vaak aan te bieden. Dit is ook terug te zien in het gemiddelde aantal aanbiedingen van de restafvalcontainer.
Programma's Angelslo en Bargeres
Om de dynamiek van de woon- en leefbaarheid van Angelslo sterk te verbeteren, is in 2023 een Stedenbouwkundige structuurvisie ontwikkeld. Deze visie biedt inzicht in de grootste opgaven op het gebied van de woningvoorraad, voorzieningen, bereikbaarheid en de kwaliteit van de openbare ruimte. In 2024 is de visie verwerkt in een uitvoeringsplan met planning en prioritering en zijn er projecten opgestart. Vanaf 2025 wordt het plan, onder regie van het programma Angelslo, verder uitgevoerd.
Voor het programma in de wijk Bargeres is in 2024 een programmamanager geworven. De programmamanager gebruikt het aankomende jaar om een uitvoeringsplan op te stellen. Dit plan is gestoeld op de visie 'Bargeres Verrast!' uit 2022. Het uitvoeringsplan stellen we op in nauwe samenwerking met betrokkenen in de wijk.
Energietransitie
Voor de industrie en bedrijven vragen de hoge energiekosten aandacht. Samen met de industrie, bedrijven en glastuinbouw plus organisaties als Ondernemend Drenthe, Samenwerkende Bedrijven Drenthe, de RUD en het Energiefonds Drenthe wordt nadrukkelijk gezocht naar (meer) mogelijkheden voor het besparen, opwekken en slim delen van energie. Via een gezamenlijke uitvoeringsagenda met de industrie, het Regio Deal project Toekomstbestendige bedrijventerreinen en het Europese project Green Renewable Industrial Transition Hotspots (GRITH) wordt de samenwerking bekrachtigd.
De productie van zonne- en windenergie, de elektrificatie van de industriële processen en de warmtetransitie van de gebouwde omgeving vragen een nauwe, structurele en wederkerige samenwerking met de netbeheerder. We zetten erop in dat voor de investeringsbeslissingen van de netbeheerder beleid en verwachtingen van alle stakeholders meer leidend worden naast de wisselende marktvraag. De samenwerking met de netbeheerder krijgt concreet invulling in de wijkuitvoeringsplannen, het project Ontwerpen en Realiseren Toekomstbestendig Energiesysteem Emmen (ORTESE) en onze inbreng bij het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK) en de Regionale Energiestrategie (RES) Drenthe.
Met de ervaringen uit de eerste Wijkuitvoeringsplan-trajecten geven we verder vorm en inhoud aan onze regierol in de warmtetransitie. In deze trajecten verkennen we met inwoners en andere stakeholders alternatieven voor aardgas en de stappen en planning naar een aardgasvrije toekomst. In 2025 hebben we een eerste actualisatie van de Transitievisie Warmte gereed, waar we naast rolduiding ook de mogelijkheden en randvoorwaarden van collectieve warmtevoorzieningen tegen het licht houden. Daarbij nemen we mee hoe de nieuwe wetten Wet Collectieve warmte en Wet Gemeentelijke instrumenten warmtetransitie ons daarbij kunnen helpen.
Klimaatadaptatie
Klimaatadaptatie - de omgang met wateroverlast, hitte en droogte - wordt een steeds belangrijker thema bij de inrichting van de openbare ruimte. Dit vraagt veel inzet en investeringen in de openbare ruimte. Hierbij is het van belang dat de mogelijkheden voor adaptatie (en daarmee ook vergroening en versterking van de biodiversiteit) integraal onderdeel uitmaken van alle afwegingen van de gemeente voor de fysieke leefomgeving. Daarom is klimaatadaptatie onderdeel van het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR).
Bodemdaling
Door klimaatverandering zal bodemdaling naar verwachting de komende jaren toenemen. Deze problematiek is zowel landelijk als ook voor de gemeente Emmen van toepassing. Dit is af te leiden uit landelijke- en regionaal uitgevoerde klimaatstresstesten, die zijn gebaseerd op de klimaatvoorspellingen van het KNMI. De gezamenlijke aanpak van het waterschap Vechtstromen, de provincie Drenthe en de gemeente ten aanzien van het dossier bodemdaling wordt in 2025 dan ook voortgezet. Als onderdeel van deze samenwerking zal het functioneren van het Servicepunt Bodemdaling worden voortgezet. De ingestelde subsidieregeling “Funderingsonderzoek Bodemdaling” wordt ook in 2025 voortgezet. Voor inwoners met onvoldoende financiële middelen, die te maken krijgen met noodzakelijk schadeherstel van funderingen, is de gemeente in 2024 aangesloten bij het Fonds Duurzaam Funderingsherstel (FDF). Dit loopt door in 2025.
Stikstof
De stikstofproblematiek vraagt een wendbare en flexibele houding om de ontwikkelingen in de wijzigende regels en berekeningen omtrent stikstofemissie te kunnen vertalen. Het uitvoeren van berekeningen omtrent de emissie van stikstof in het kader van (omgevings)visies, (omgevings)programma’s, (omgevings)plannen, beleid en vergunningverlening voor- en in de fysieke leefomgeving vraagt inzet, met als doel het faciliteren van ruimtelijke ontwikkelingen en evenementen.
Beter inzicht in de stikstof-problematiek, de provinciale planvorming in het Drents Programma Landelijk Gebied (DPLG) en gebiedsprocessen die gaan starten vragen de komende jaren ook capaciteit en inzet. Een onzekere factor hierin zijn koerswijzigingen van rijk en provincie naar aanleiding van de verkiezingen op rijks- en provinciaal niveau. Zo is de voortgang van het NPLG proces op rijksniveau, en daaropvolgend het DPLG proces van de provincie Drenthe, op dit moment onzeker als gevolg van gewijzigde politieke inzichten.
Erfgoed
Erfgoed heeft onder de Omgevingswet een belangrijke positie gekregen in de leefomgeving. We hebben een nieuwe Erfgoednota ontwikkelt om handvaten te bieden bij ruimtelijke ontwikkelingen en andere initiatieven. We zetten in op het zichtbaar maken, beleefbaar maken, behouden en transformeren van erfgoed. Verder leggen we hierbij de focus op het delen van kennis, interne en externe samenwerking en het ondersteunen van monumenteneigenaren en erfgoedinitiatieven.
Omgevingswet
Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging in werking getreden. De implementatie van de nieuwe werkwijze is voorbereid en vindt plaats binnen de betrokken teams. Binnen Emmen is besloten om de nieuwe wetten beleidsneutraal in te voeren en gedurende een proefjaar 2024 ervaring op te doen. De effecten op leges, capaciteit en vergunningaanvragen worden gemonitord gedurende dit proefjaar. Onderdeel van het proefjaar vormde ook de inzet van een regelbeheerder DSO, power-user, GIS-tekenaar voor het Omgevingsplan en een participatieadviseur. Inmiddels is wel gebleken dat al deze functies structureel nodig zijn om goed met de (digitale omgeving van) de Omgevingswet te kunnen werken.
Algemeen neemt Emmen deel aan de landelijke monitoring georganiseerd door de VNG.
In 2025 wordt er verder gewerkt aan het vormgeven en vullen van de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan. Dit gebeurt met participatieve processen, zoals wettelijk voorgeschreven. De incidentele benodigde capaciteit wordt gefinancierd uit de middelen Omgevingswet (regulier begroot en de tegemoetkoming Rijk en egalisatiereserve Omgevingswet). Het streven is om de Omgevingsvisie eind 2025 vastgesteld te hebben en het Omgevingsplan eind 2028 (wettelijk gezien dient het Omgevingsplan in 2032 gereed te zijn). Met de versnelling wordt gestreefd om eerder eenduidigheid en duidelijkheid te hebben bereikt en daarmee toekomstige procedures soepeler te kunnen doorlopen.
De verwachting is dat de kosten voor het landelijk ICT-systeem, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) oplopen. Vanuit de VNG wordt actief gelobbyd om deze hogere kosten gecompenseerd te krijgen. Een andere kostenverhogende factor voor gemeenten is dat met de Omgevingswet veelal hoger gekwalificeerd personeel aangetrokken moet worden. De vierde en vooralsnog laatste uitkering wordt verwacht bij de meicirculaire 2025.