Democratie Dichterbij: samenwerken met inwoners
Veel dingen die Emmenaren rechtstreeks raken, zijn taken van de gemeente. Dat gaat over paspoortenuitgifte en vergunningverlening, maar ook over onderwerpen die we landelijk bedenken en die we in de gemeente uitvoeren. Voorbeelden daarvan zijn de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en jeugdhulp, werk, inkomen en bestaanszekerheid. Daarnaast hebben we te maken met dingen die ons direct raken, maar waar we geen directe invloed op hebben. Denk hierbij aan klimaatverandering, migratie en asiel, energieprijzen, maar ook vergrijzing en ontgroening.
Of we er nu veel of weinig invloed op hebben, de gemeente als meest nabije overheid staat aan de lat om op al deze onderwerpen individuele Emmenaren van dienst te zijn én daarnaast van betekenis te zijn over de gehele breedte van de Emmense samenleving. Deze begroting staat er vol mee en laat zien hoe we dat in 2025 gaan doen.
Als we inzoomen dan zien we dat er binnen die Emmense samenleving en tussen wijken en dorpen veel verschillen zijn. Dat komt door allerlei verschillen tussen mensen die er wonen, hun persoonlijke omstandigheden en hun leefomgeving.
De verschillen komen ook tot uitdrukking in de diversiteit van de Erkende Overleg Partners, de wijk-, buurt- en dorpsbelangen organisaties in de 35 wijken en dorpen in onze gemeente. Begin 2024 verscheen het rapport 'Kansen voor samenwerking tussen de Erkende Overlegpartners en de gemeente Emmen' van de werkgroep Participatie van de EOP's. Dit leverde een aantal waardevolle aanbevelingen op voor de vier hoofdrolspelers in de samenwerking tussen inwoners en bestuur: de gemeenteraad, het college, de inwoners/EOP's en de gemeentelijke organisatie. In het rapport herkennen we de ambities van Democratie Dichterbij: dat al deze spelers zich bewust worden van hun rol en verantwoordelijkheid in de samenwerking tussen overheid en samenleving en dit daadwerkelijk in de praktijk gaan brengen.
In 2025 komen we in de gemeente Emmen met Democratie Dichterbij in een volgende fase. We hebben veel geleerd in de afgelopen jaren van verschillende experimenten en we gaan door met wat goed werkt. In 2025 verdiepen en verbreden we dat in alle wijken en dorpen, uiteraard met oog voor onderlinge verschillen. Dit betekent onder andere dat we de burgerbegroting in de huidige vorm als pilot afronden. We zagen dat deze op twee plaatsen werd uitgevoerd, maar dat er geen bredere effecten waren. Wel zagen we hier de impact van de betrokkenheid van inwoners en ambtenaren die hebben geleerd hoe je samen keuzes kunt maken en uitvoeren in een wijk of dorp. Dit zetten we in 2025 door met het blijven toepassen van nieuwe en passende manieren van samenwerking.
Meer concreet houdt die volgende fase in dat we in 2025 participatie en samenwerking meer onderdeel maken van onze dagelijkse praktijk. Dat doen we als volgt:
We gebruiken de participatieladder in de gesprekken met inwoners en partners over nieuwe projecten en bestaande ontwikkelingen. Dit ondersteunt de samenwerking tussen gemeente en samenleving omdat het alle betrokken bewust maakt van de volgende uitgangspunten:
- Samenwerking en participatie komt in allerlei varianten, van informatie delen met inwoners, tot aan inwoners die voor hun wijk de zorg of het maaibeleid helemaal overnemen en zelf regelen. Je kunt dus steeds de mate en de vorm van participatie en samenwerking samen bespreken en bepalen.
- In elke wijk of dorp en daarbinnen zelfs in elk thema of vraagstuk kun je als gemeente en inwoners samen kijken hoe je samenwerkt en hoeveel participatie passend, gewenst of nodig is. Het gesprek hierover om samen komen tot een keuze op welke trede van de ladder je gaat staan en van waaruit je gaat samenwerken, is een leerproces voor alle spelers: raad, college, inwoners/EOP's en organisatie.
In 2025 willen we dit in ten minste drie projecten of ontwikkelingen in de praktijk brengen.
Deze aanpak onderstreept hoe belangrijk het structurele contact met de (EOP’s van de) wijken en dorpen is. Hierdoor weten we wat er leeft, speelt en nodig is. De duurzame verankering van de EOP-structuur vraagt in 2025 echter wel extra aandacht. De taak en rol van EOP-bestuurder/vertegenwoordiger van het plaatselijk belang, is belangrijk en vraagt wat van mensen. Om dit ook in de toekomst uitvoerbaar te houden kijken we samen met EOP's hoe we dit kunnen faciliteren en begeleiden. Daarnaast bieden we cursussen aan op het gebied van vinden en behouden van vrijwilligers en over het over structureel bestuurlijk overleg tussen de burgemeester en EOP’s over de belangrijke ontwikkelingen in de wijken en dorpen. De ondersteunende en regisserende rol van de gebiedscoördinatoren is hierbij essentieel, net als de gebiedswethouder. Die laatste is nieuw in deze collegeperiode en we hebben daarin goede eerste stappen gezet. Nu we halverwege zijn zullen we deze rol evalueren om te leren wat goed werkt en ook wat nog beter kan. Dat is belangrijk want alleen in nauwe onderlinge afstemming, ieder in zijn eigen rol, kunnen we een nieuwe praktijk realiseren waarbij de gemeente inwoners eerder, meer en beter betrekt bij beleid en uitvoering.
In 2025 willen we daarnaast meer inzicht bieden in de eigenschappen en kenmerken van wijken en dorpen met behulp van data. Zo willen we in kaart brengen hoe ze in elkaar zitten bijvoorbeeld qua leeftijdsopbouw, doelgroepen, voorzieningenniveau, hoeveelheid en type woningen, energiegebruik, etc. Het doel is om deze informatie van wijken en dorpen te gebruiken in het maken van beleid en het uitvoeren ervan samen met de mensen die er wonen. Het maakt voor je communicatiestrategie bijvoorbeeld uit of in een wijk veel jonge gezinnen met kinderen wonen of juist veel alleenstaande ouderen. Met deze kennis kunnen we beter bij mensen aansluiten en daarmee willen we twee dingen bereiken:
- Samen met de wijken en dorpen besluiten nemen zodat het beter past en daardoor meer vertrouwen geeft en meer draagvlak heeft.
- Beleid beter laten aansluiten op de verschillen tussen wijken en dorpen zodat het van betere kwaliteit is en meer draagkracht heeft.
Bovenstaande heeft betrekking op heel veel thema’s waar we in onze gemeente mee te maken hebben, zoals de energietransitie, de leefbaarheid in dorpen en wijken, gezondheid en welzijn. Het besef dat we al deze thema’s niet meer voor maar samen met onze inwoners en partners oppakken, begint steeds meer door te dringen tot de organisatie, maar ook tot het college en de gemeenteraad. Met dit besef komt ook de bewustwording dat dit een nieuwe houding, nieuw gedrag en het toepassen van nieuwe methoden en (gespreks-) technieken van alle actoren veronderstelt.
Dit leerproces faciliteren we in 2025 met trainings-, inspiratie- en themasessies waarin raadsleden, bestuurders, ambtenaren, inwoners en medewerkers van maatschappelijke organisaties samen leren en werken aan nieuwe vormen van samenwerking. Zo maken we deze aanpakken gemeengoed in de gemeentelijke organisatie en maken we van de gemeente Emmen een betere overheid voor haar inwoners.
Ten slotte passen deze ontwikkelingen en voornemens heel goed in een landelijke ontwikkeling. De nieuwe Wet versterking participatie op decentraal niveaus wil dat gemeenten zich meer inspannen om participatie van en samenwerking met inwoners te faciliteren. Dit moet uitmonden in een participatieverordening die de gemeenteraad voor 1 januari 2027 vaststelt. participatiebeleid en een participatieverordening in samenwerking tussen de vier hoofdrolspelers tot stand te laten komen: gemeenteraad, college, EOP’s/inwoners en de gemeentelijke organisatie. Daar werken we in 2025 en 2026 samen naar toe.
Regionaal samenwerken in netwerken
De Regio Zuidoost-Drenthe staat op de kaart. We zagen in het voorjaar van 2024 hoe de regio op ruimtelijk-economisch gebied in beeld kwam als locatie voor landelijke woon- en groeiambities. Wij beantwoorden die ambities met de strategische kansenagenda waaraan we sinds 2023 in BOCE-verband (Borger-Odoorn, Coevorden en Emmen) hebben gewerkt: Grenzeloze Groene Kansen!
Parallel hieraan lopen de activiteiten rondom de opvolging van het rapport Elke Regio Telt! (maart 2023). De kabinetsreacties daarop bevestigen dat regionalisering en regionaal denken en doen essentieel is om brede welvaartsdoelen voor de inwoners van Emmen te realiseren. De regio Zuid en Oost-Drenthe is een van de tien regio’s waarmee het rijk in gesprek is over een programmatische aanpak. Het doel van die gesprekken is te leren hoe de samenwerking tussen rijk en regio zich moet ontwikkelen om de grote verschillen in brede welvaart tussen onze regio en andere regio's in Nederland weg te nemen. Het in balans brengen van die brede welvaart, ook in Zuidoost-Drenthe is een jarenlange inspanning waarin zich steeds weer nieuwe kansen en risico's voordoen en waar we steeds in verschillende verbanden aan verschillende opgaven werken. De Regiodeal is daar een voorbeeld van. En zo is er het Deltaplan van het Noorden waarin de Nedersaksenlijn een belangrijke rol speelt en we samen werken met gemeenten uit Groningen en Overijssel.
In BOCE verband hebben we met de Kansenagenda en het ontwikkelperspectief dat we op basis daarvan hebben geformuleerd een stap naar voren gezet die we in 2025 willen uitbouwen in concrete groeiambities. In programma 2 gaan we hier verder inhoudelijk op in.
We merken dat het heel belangrijk is om vanuit een duidelijk zelfbeeld en streefbeeld te opereren: dus vanuit een zelfbewust beeld van welke rol en positie we als Emmen moeten nemen in dat geheel van samenwerkingen en ontwikkelingen om onze doelen te bereiken. Vanuit die positie kunnen we de ambities van de gemeente Emmen als 100.000+ gemeente concretiseren en realiseren. Onze stedelijke kern bestaat in de context van een uitgestrekte landelijke omgeving en die is weer ingebed in de regio Zuidoost-Drenthe. In die context hebben we elkaar als gemeenten iets te bieden, vullen we elkaar aan en versterken we elkaar onderling en de gezamenlijke ambities. In dat perspectief en met die insteek zetten we vanaf 2025 intensief in op citymarketing. We trekken expertise aan op dit terrein en investeren in profilering, marketing en lobby. We creëren een duidelijk profiel van de gemeente dat ons helpt ons te positioneren en vanuit een krachtige positie kansen te pakken en te verzilveren. De resterende collegeperiode benutten we zo om de strategische positionering van Emmen gecoördineerd op te pakken en citymarketing nieuw leven in te blazen. Citymarketing is een activiteit die niet in één domein ligt, maar gaat over het geheel aan eigenschappen van onze gemeente, dus over economie, cultuur, wonen, leefomgeving, toerisme.
Dienstverlening die meegroeit met de samenleving en de tijd
Één van de grootste uitdagingen in de nabije toekomst is de continuïteit en de kwaliteit van de dienstverlening. Met steeds minder mensen, voeren we steeds meer en complexere taken uit. Dit vraagt van ons dat we meegroeien en als organisatie continu in ontwikkeling zijn en ons aanpassen aan die situatie. Gelukkig brengt deze tijd ook veel innovatie in de vorm van digitalisering, robotisering en zelflerende kunstmatige intelligentie.
Het leren toepassen hiervan wordt een belangrijke factor de komende jaren. Duidelijk is dat het niet een kwestie is van leuk of extra, maar een kwestie van noodzaak: de arbeidsmarkt zal steeds meer gaan knellen en dit vormt een oplossing voor het op peil houden van de dienstverlening. In 2025 starten we een pilot gericht op de beantwoording van eenvoudige vragen van inwoners door AI. Het doel van deze pilot is om inzicht te krijgen in de effectiviteit en gebruiksvriendelijkheid van de AI chatbot binnen het KCC (Klanten Contact Centrum) en de toegevoegde waarde van Generatieve AI. We blijven dit nauwgezet monitoren door toe te zien op zowel gewenste als ongewenste effecten. Zo moet blijken of het ons helpt bij de uitvoering en bewaken we zowel de kwaliteit als de veiligheid van inwoners.
Die menselijke blik is nodig want in Emmen zijn relatief veel inwoners die moeite hebben met lezen en schrijven en met digitalisering. Toegankelijkheid, begrijpelijkheid maar ook medemenselijkheid staan dus altijd voorop in onze dienstverlening.
Het is voor iedereen prettig als de gemeente gemakkelijke teksten maakt, die meteen te begrijpen zijn. Dat voorkomt ergernis en misverstanden. In de afgelopen jaren hebben we hier al werk van gemaakt in de aanpak Direct Duidelijk, bijvoorbeeld door teksten van brieven aan te passen. Ook gebruiken we eenvoudig taalgebruik (B1) en ondersteunend beeldmateriaal in bijvoorbeeld nieuwsbrieven en op onze gemeentepagina, website en social mediakanalen. We blijven dit ontwikkelen en in 2025 aandacht geven in onze organisatie. We zetten dit kracht bij door in 2025 de Direct Duidelijk Deal van de rijksoverheid te ondertekenen.
Gezien de snelheid waarmee ontwikkelingen zich opvolgen, blijven extra aandacht en sturing nodig om de dienstverlening vorm te geven. Steeds staat daarbij de verhouding tussen de lokale overheid en inwoners, de waarborging van kwalitatieve en menselijke dienstverlening én de betrokkenheid bij en samenwerking met inwoners centraal.