Rentevisie
De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese centrale bank (ECB). Het rentetarief van de ECB (depositorente) is zowel in 2022 als 2023 meerdere malen verhoogd om de torenhoge inflatie te beteugelen. Door de daling van de inflatie, is in juni 2024 de eerste verlaging van de depositorente doorgevoerd. De verwachting is dat in 2024 nog één of twee verlagingen worden doorgevoerd. Ook voor 2025 worden verlagingen verwacht. Naast het beleid van de ECB zijn ook andere macro-economische effecten van belang voor de renteontwikkeling, zoals de oorlog in Oekraïne en de verkiezingen in de Verenigde Staten.
De rente voor lang geld (10 jarige lineaire lening) bewegen in 2024 al maandenlang zijwaarts. De verwachting is dat dit voorlopig zo blijft of mogelijk licht stijgt. In de meerjarenprognose houden we, mede vanuit behoedzaamheid, structureel rekening met een lange rente van 3,25% en korte rente van 3,25% aflopend naar 2,75% in 2028.
De gemiddelde rente is voor de totale leningenportefeuille opgenomen geld (medio 2024) berekend op 1,48%. Hierin zijn ook de leningen opgenomen die doorgeleend zijn aan derden (woningbouwverenigingen, sportverenigingen, etc.) meegerekend. Specifiek kijkend naar de leningen voor de financiering van de gemeentelijke uitgaven bedraagt de gemiddelde rente 1,46% .