Erbij horen en Meedoen in Emmen!
Het beleidskader Erbij horen en Meedoen in Emmen! is in juni 2023 vastgesteld door de gemeenteraad. In het beleidskader zijn verschillende beleidsterreinen binnen het sociale domein (zorg en ondersteuning, jeugd, veiligheid, participatie) aan elkaar verbonden en vertaald in verschillende opgaven waar we aan werken: Rondkomen, Goedvoelen en Ontwikkelen. De onderwerpen in programma 9 behoren het meest tot de opgave Goedvoelen, maar hebben ook zeker verband met programma 4 (jeugd, Ontwikkelen) en programma 6 (Inkomensondersteuning, Rondkomen). De opgaven dienen de samenhang, integraliteit en transformatie van onze inzet in het sociaal domein verder te bevorderen en tevens bruggen te slaan naar andere domeinen, waaronder het fysieke en economische domein.
In 2025 en verder zullen we dit stapsgewijs verder uitwerken aan de hand van doe-agenda’s. Hoewel de vaststelling van de doe-agenda’s bij het college ligt wordt de gemeenteraad betrokken bij de totstandkoming en monitoring. Hiermee zorgen we ervoor dat de raad op deze wijze aangehaakt blijft bij de ontwikkelingen en nieuwe manier van werken in het Sociaal Domein. Daarnaast zal er in 2025 gestart worden met een governance structuur die is uitgewerkt samen met de partners waarin het opgavegericht werken wordt gefaciliteerd.
Het beleidskader en de daarin opgenomen ambities, leidende principes en doelen uit de doelenboom vormen voor 2025 de basis hoe we werken. Aan de hand daarvan is invulling gegeven aan de opdracht aan Stichting De Toegang en de subsidieafspraken met Sedna. Ook bekijken we of afspraken met andere (strategisch) partners moeten worden aangescherpt. Daarnaast gaan we de inzet op gebiedsnetwerken concretiseren door te starten met twee pilots.
Preventie en toegankelijke voorzieningen
Om de voorzieningen breder toegankelijk te maken voor onze inwoners, waarbij we focussen op jeugdigen en hun ouders, zetten we in op het versterken van het gewone leven. Dit willen we doen door meer en breder toegankelijke algemene voorzieningen te ontwikkelen en waar gewenst het voorliggend veld te vernieuwen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere bijeenkomsten in buurthuizen, collectieve begeleiding en niet geïndiceerde dagbesteding. Hierbij wordt verbinding gelegd met informele zorg en andere vormen van formele zorg. Doordat ondersteuning laagdrempelig en dichtbij is georganiseerd, kan de inzet van maatwerkvoorzieningen worden voorkomen of in een latere fase ingezet worden.
Integrale aanpak 16-27 jaar
In het beleidskader hebben we opgenomen dat jeugdigen geen belemmeringen ervaren in het krijgen van zorg en ondersteuning in de overgang naar volwassenheid. Met name bij de overgang van 18- naar 18+ van Jeugdwet naar Wmo. We willen hier meer op investeren om jongvolwassenen een stevige basis te geven bij het zelfstandig worden en kansengelijkheid te bevorderen. Daarbij zijn niet de twee wetten leidend, maar een brede en integrale benadering; de zogenaamde BIG 5. Dit staat voor de 5 leefdomeinen: support, wonen, school/werk, inkomen en welzijn. Deze ambitie sluit naadloos aan bij de maatschappelijke effecten die we willen realiseren bij de drie opgaven uit het beleidskader Erbij horen en meedoen in Emmen. In 2025 willen we bestaande initiatieven aan elkaar verbinden waardoor de integrale aanpak versterkt wordt.
Gebiedsnetwerken
De inrichting van de sociale infrastructuur concretiseren we via het werken in gebiedsnetwerken. In het gebiedsnetwerk hebben organisaties die gebiedsgericht werken aansluiting met elkaar en met partijen die lokaal en regionaal werken. De kern van de gebiedsnetwerken wordt op dit moment gevormd door Sedna, Stichting de Toegang, hoofdaanbieders Wmo, GGD-jeugdgezondheidszorg en de teams Schulddienstverlening en Inkomensondersteuning en handhaving. Het is een groeimodel waarbij andere organisaties of partijen in de toekomst aan kunnen worden toegevoegd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het onderwijs.
De werkwijze is in 2024 ontwikkeld en wordt 2025 stapsgewijs uitgevoerd in de gebieden. In de volgende fase wordt het samenwerken rondom de samenkracht en sociale basis (collectieve vragen) in het gebiedsnetwerk opgepakt.
Stichting de Toegang
De toegang tot maatwerkvoorzieningen in het sociaal domein is continue in ontwikkeling. Stichting de Toegang heeft zowel in de toegang tot maatwerkvoorzieningen en het op- en afschalen daarvan, een hele belangrijke rol. Naast de toegang tot maatwerkvoorzieningen maakt Stichting De Toegang onderdeel uit van de kerngroep voor de ontwikkeling van en het werken in gebiedsnetwerken en heeft daarin de samenwerking met andere organisaties, zoals Sedna en Menso. Stichting De Toegang stelt expertise beschikbaar, met name op het gebied van jeugdhulp is dit onmisbaar, maar roept ook expertise in, bijvoorbeeld van Team Schulddienstverlening van de gemeente. Zo wordt steeds meer gewerkt in het licht van autonome ontwikkelingen als het Toekomstscenario jeugd en gezin en daarmee de Hervormingsagenda jeugd. In 2025 gaan we in kaart brengen in hoeverre stichting De Toegang voldoet aan de basiskenmerken zoals die in de Hervormingsagenda en het “Richtinggevend kader Toegang, lokale teams en integrale dienstverlening” zijn opgenomen. Daarnaast wordt in 2025 een start gemaakt met de implementatie van het model “Aanpak Voorkomen Escalatie (AVE) en gaat de Toegang werken met de verklarende Analyse en de Doorbraakmethode. Dit moet ertoe leiden dat de Toegang onze inwoner beter kan toeleiden tot passende hulp en ondersteuning.
Langer thuis wonen
Mensen dienen zo lang en zo veel mogelijk thuis te blijven wonen. Waar men voorheen in een instelling werd opgenomen bij psychische problematiek of naar een verzorgingstehuis kon vanwege ouderdom blijft men tegenwoordig zo lang mogelijk thuis. Dit brengt voor het sociaal domein uitdagingen met zich mee. Zijn huizen wel geschikt om met een (ouderdoms)beperking te blijven wonen? Of is de buurt wel tolerant tegen de buurman die zich iets anders gedraagt dan anderen. Langer thuis wonen van ouderen betekent ook een groter beroep op mantelzorg waardoor de druk op de mantelzorgers toeneemt. We zetten er op verschillende manieren op in om deze beweging goed op te vangen. Zo willen we in 2025 meer ondersteuning geven aan mantelzorgers door de invoering van de mantelzorg-app van Valtes en de herijking van het beleid rondom (pre)mantelzorgwoningen. We continueren de afspraken met de woningcorporaties rondom het convenant woningaanpassingen.
De woonopgave krijgt ook aandacht in de Woonzorgvisie en het woonzorgakkoord, waarin we ambities over wonen, zorg, welzijn en leefbaarheid hebben opgenomen. We zetten in op een integrale benadering van de woonopgave, en de juiste randvoorwaarden om deze te kunnen realiseren. Een goed voorbeeld in dit kader zijn de afspraken die we hebben gemaakt met woningcorporaties over het duurzaam hergebruik van aangepaste woningen.
Analyse en monitoring op basis van data
We hebben de afgelopen jaren het werken met data ontwikkeld. Dit geven we in het komende jaar verder vorm en daarbij onderzoeken hoe we de beschikbare data kunnen gebruiken voor inhoudelijke keuzes (inzet op verbetering) en monitoring van de ingezette bewegingen. Waarbij we de inhoudelijke bewegingen en effecten vanuit de opgaven met data kunnen onderbouwen. Dit doen we ook nadrukkelijk in relatie tot het beleidskader, de doe-agenda's en de nieuwe governance-structuur.
Personeelstekort
Op verschillende onderdelen is vraag en aanbod van zorg en ondersteuning niet in evenwicht met het aanbod. Aan de ene kant zien we een toenemende vraag naar zorg en ondersteuning en aan de andere kant zien we een tekort aan beschikbaar personeel. In de Jeugdhulp, de GGZ en de Wmo (schoonmaakondersteuning) is hierdoor regelmatig al sprake van wachtlijsten. Gezien de negatieve effecten blijft het van belang dat we deze problematiek ook binnen de gemeente op de agenda houden en waar mogelijk vanuit gemeentelijk perspectief op lokaal, regionaal niveau actief meedenken en bijdragen aan andere oplossingen voor dit vraagstuk. Onder andere binnen de Human Capital Agenda en de Greenwise Campus werken we aan het opleiden van het juiste personeel en innovatie om de werkdruk te verlichten.
Doorbraakmethode
We hebben het afgelopen jaar geëxperimenteerd met de doorbraakmethode (Instituut voor Publieke Waarden). De ervaringen van inwoners en medewerkers zijn positief. We kijken nu op welke manier we dit gedachtegoed kunnen omzetten in een vaste werkwijze. Bij de begroting 2024 zijn reeds structurele middelen gereserveerd als maatwerkbudget. Naast dit maatwerkbudget zijn middelen nodig om de komende 3 jaar deze manier van werken te implementeren.
Het voorstel dat nu uitgewerkt wordt is om het Instituut voor Publieke Waarden de opdracht te geven om medewerkers van de gemeente Emmen, maar ook die van onze ketenpartners deze manier van werken eigen te maken zodat maatwerk meer gemeengoed wordt en raakt ingebed in de structuren die al zijn ingericht om maatwerk mogelijk te maken in Emmen. De doorbraakmethode is in het kader van " invoeren van methoden voor domeinoverstijgend werken" ook opgenomen in de Hervormingsagenda Jeugd.
Gezondheid
Gezondheid is een rode draad in het beleidskader 'Erbij horen en Meedoen in Emmen'. De opgave van de gemeente Emmen is om de gezondheid van inwoners te versterken en daarbij is de beweging van zorg naar gezondheid te maken. De stip op de horizon is een gezonde generatie in 2040, met weerbare, gezonde inwoners die kunnen opgroeien, leven, werken en wonen in een gezonde leefomgeving, waarin sprake is van een sterke sociale basis.
We werken daaraan vanuit het perspectief van positieve gezondheid. Met die bredere benadering dragen we bij aan het vermogen van inwoners om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan. Én om zo veel mogelijk eigen regie te voeren. Daarbij kijken we niet alleen naar het individu maar leggen we de focus op (groepen uit) de populatie inwoners van Emmen.
Er kan sprake zijn van achterliggende problematiek, bijvoorbeeld armoede, schulden, problemen rondom huisvesting, eenzaamheid, werkloosheid, een beperking, waardoor inwoners meer dan gemiddeld met uitdagingen geconfronteerd worden. Van deze inwoners wordt nog meer gevraagd van hun vermogen om met uitdagingen om te kunnen gaan en regie te kunnen voeren.
Gezondheid raakt aan meerdere gemeentelijke domeinen. Het gaat om een samenspel van gedrag en sociale en fysieke omgeving. Om een blijvende verbetering op een gezondheidsvraagstuk te bereiken is een brede aanpak nodig. Dat vraagt om samenhang en afstemming van beleidsmaatregelen binnen het sociaal domein en tussen het sociale, fysieke en economische domein.
GALA en IZA
In 2023 is de brede specifieke uitkering (brede SPUK) voor sport, bewegen, cultuur, gezondheid en sociale basis beschikbaar gekomen. Deze SPUK-regeling maakt het voor gemeenten mogelijk stevig en meer in samenhang in te zetten op preventie. De SPUK-regeling bundelt tot en met 2026 geldstromen die zich richten op het stimuleren van gezondheid, sport en bewegen, preventie en het versterken van de sociale basis. Daarmee worden afspraken gefinancierd die zijn gemaakt in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), het Preventieakkoord, het Sportakkoord, het Woonzorgakkoord (WOZO) en het Integraal Zorgakkoord (IZA, zie hieronder).
In de Emmense aanpak ligt de focus op kinderen, jongeren en hun ouders (met perspectief opgroeien) en kwetsbare seniore inwoners (vitaal ouder worden). In de aanpak is aandacht voor gedrag en de sociale en fysieke omgeving. De aanpak is erop gericht om in de gebieden, met de gebiedsnetwerken, te komen tot passende preventie infrastructuur op basis van data, duiden dialoog en doen. Daarbij gaat het om het terugdringen van gezondheidsverschillen, gezonde leefomgeving, gezonde leefstijl, mentale gezondheid, vitaal ouder worden, versterken van de sociale basis, de thema's van het Sportakkoord, Woonzorgakkoord en preventie in het zorgstelsel.
Dit raakt aan de inzet op andere onderdelen binnen programma 9 en inzet op andere programma's namelijk: Onderwijs en jeugd (programma 4), Inkomensondersteuning (programma 6), Sport en cultuur (programma 8), Bouwen, wonen en milieu (vooral programma 5) en Economie en werkgelegenheid (programma 2).
Integraal zorgakkoord (In Drenthe: Gezonde Marke)
Ook in het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn afspraken gemaakt over preventie. Het Integraal Zorgakkoord gaat over de juiste zorg op de juiste plek en de beweging van zorg naar gezondheid. In Drenthe is door alle partijen gezamenlijk als Gezonde Marke een regioplan opgesteld met een jaarlijkse werkagenda. Vanuit de gemeente Emmen dragen we bij aan het opstellen van deze werkagenda’s en faciliteren we bij de uitvoering van deze werkagenda’s in Emmen.
De middelen voor de inzet van gemeenten ten behoeve van het IZA worden middels een SPUK uitgekeerd aan de mandaatgemeente. De gemeente Emmen is hiervoor gemandateerd door de 11 andere gemeenten in Drenthe.
Jeugd
De ambities van “Perspectief op Jeugd” (zie ook programma 4) en de actielijnen zijn opgenomen in het beleidskader Erbij Horen en Meedoen in Emmen. Waarbij we de ingezette lijn om de effectiviteit en efficiëntie van de hulp en ondersteuning aan onze jeugdigen te verbeteren met name hebben ondergebracht binnen de opgave Ontwikkelen. Dit moet ons helpen om te komen tot een inhoudelijke kwalitatieve verbeterslag (passende hulp die aansluit bij de behoefte, vraag van de jeugdige) en het terugdringen van de uitgaven op de geïndiceerde jeugdhulp.
We doen dit op verschillende manieren. We werken aan een stevige sociale basis in de buurt, bijvoorbeeld met inzet van (school)maatschappelijk werk en jongerenwerk. Door, waar dat kan, inzet van (collectieve) voorliggende voorzieningen in plaats van geïndiceerde jeugdhulp. Bijvoorbeeld de inzet van gezinscoaches in het kader van VoorSam&Zo (voorheen Integrated Care) op school of de Huisarts Ondersteuner van de jeugdgezondheidszorg in huisartspraktijken. Maar ook door geïndiceerde jeugdhulp meer naar de voorkant te halen. Bijvoorbeeld de Praktijkondersteuner Huisartsen gericht op Jeugd GGZ. We willen in 2025 onderzoeken of en hoe we de inzet van de Praktijk Ondersteuner Huisarts Jeugd GGZ structureel willen voortzetten. Inzet van deze interventie bij de huisarts is een maatregel vanuit de Hervormingsagenda Jeugd om een kostenbesparing te realiseren.
Daarnaast doen we de meeste interventies nu nog op kleine schaal en lopen een aantal interventies nog te kort om echt het effect te merken. Hierdoor is het nog niet goed mogelijk om de resultaten te vertalen naar significante financiële effecten of afname van het aantal jeugdigen in zorg. In 2025 breiden we een aantal interventies verder uit (zie Programma 4). We verwachten hierdoor in de komende jaren een dempend effect op de uitgaven van geïndiceerde jeugdhulp te zien.
Hervormingsagenda jeugd
In juni 2023 is de Hervormingsagenda Jeugd definitief vastgesteld, ondertekend en aangeboden aan de Tweede Kamer en Eerste Kamer. De Hervormingsagenda is het resultaat van de voorwaarden die horen bij het beschikbaar stellen van extra middelen vanuit het Rijk aan gemeenten voor jeugdhulp. De Hervormingsagenda Jeugd heeft 2 doelen, die nadrukkelijk aan elkaar zijn gekoppeld:
- Betere en tijdige zorg en ondersteuning, op de juiste plek en wanneer dit nodig is.
- Een beheersbaar en daarmee duurzaam financieel houdbaar stelsel.
Deze twee doelen zijn vertaald in thema's en daaraan gekoppeld maatregelen die voor zowel een inhoudelijke verandering als een besparing moeten gaan zorgen.
In 2024 is er een start gemaakt met de implementatie van de Hervormingsagenda. Er is zowel regionaal als lokaal een uitvraag gedaan voor het opstellen van een startfoto en er heeft een robuustheidsscan plaatsgevonden van de jeugdhulpregio Drenthe. Deze documenten moeten het Rijk, maar ook de individuele gemeenten en de jeugdhulpregio, inzicht geven in de huidige stand van zaken en welke benodigde inzet op basis van de opgenomen maatregelen nog noodzakelijk zijn. Daarnaast dienen alle betrokken partijen van de Hervormingsagenda in 2024 een eerste inzicht te geven op welke wijze zij (inhoudelijk) investeren op de maatregelen waarvoor zij lokaal, regionaal of vanuit het Rijk verantwoordelijk zijn.
Vanaf 2025 zullen de landelijk beschikbare middelen voor investeringen op de maatregelen Hervormingsagenda daadwerkelijk in de gemeentelijke begroting worden opgenomen. Als gemeente zullen we dan lokaal moeten inzetten op de verschillende maatregelen uit de Hervormingsagenda (onder andere een stevige lokale toegang). Daarnaast zal er (mede op basis van het nu nog wetsvoorstel "Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg”) ook op regionaal niveau worden gewerkt om te komen tot een 'robuuste” Jeugdhulpregio in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. Deze Jeugdhulpregio organisatie wordt onder meer verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van specialistische jeugdhulp op regionaal en bovenregionaal niveau. Deze ontwikkeling zal (op onderdelen) ter besluitvorming terugkomen bij de raad. Inzet moeten worden gepleegd (besluitvorming) over de governance structuur van de jeugdhulpregio Drenthe om te voldoen aan de voorwaarden voor een robuuste jeugdhulpregio.
Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming
In de kind- en gezinsbescherming staan we voor het bieden van tijdige passende samenhangende hulp en bescherming aan kinderen en volwassenen die te maken hebben met een (acute of structurele) bedreiging van een gezonde en veilige thuissituatie. Deze bedreiging dient in een zo vroeg mogelijk stadium weggenomen te worden om te voorkomen dat de situatie blijft voortduren of verergert. Het programma richt zich op:
- Verminderen van het aantal mensen dat te maken heeft met ernstige bedreigingen van een gezonde en veilige thuissituatie;
- Verhogen van het vertrouwen van kinderen, volwassenen en professionals in de kind- en gezinsbescherming;
- Substantieel verlagen van het aantal beschermingsmaatregelen;
- Verbeteren van de tijdigheid van hulp en bescherming.
Een belangrijk onderdeel is de invoering van een Regionaal Veiligheidsteam (RVT). Medio september 2024 komt het Rijk met duidelijkheid over hoe RVT vormgegeven dient te worden en welke taken en verantwoordelijkheden daar worden belegd, en welke taken en verantwoordelijkheden bij de lokale gemeenten worden ondergebracht.
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
We zien dat de budgetten binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) onder druk staan vanwege (dubbele) vergrijzing van de Emmense bevolking (meer 65 plussers en daarbinnen neemt het aandeel 80 plusser ook toe), het abonnementstarief en de ingezette beweging om langer thuis te wonen. Dit leidt tot een toename van het aantal maatwerkvoorzieningen in de Wmo. Onder andere bij hulpmiddelen, schoonmaakondersteuning en trapliften zien we het gebruik stijgen. Bij hulpmiddelen is er sprake van structureel hogere kosten omdat extra toekenningen ook leiden tot hogere onderhoudskosten. Oorzaken hiervan zijn het na-ijleffect van corona en de vergrijzing. Daarnaast is er een stijging in de uitgifte van het aantal complexe (duurdere) hulpmiddelen doordat inwoners met complexere ziektebeelden en beperkingen langer thuis blijven wonen. Bij begeleiding en dagbesteding zien we een daling van het aantal beschikkingen.
De vergrijzing neemt de komende jaren toe, net als de ontgroening (aandeel jongeren onder de 18 neemt af). Verdeling van schaarste in middelen en capaciteit wordt dus een steeds groter vraagstuk. Tegelijkertijd weten we ook dat de vergrijzing rond 2035-2040 zijn hoogtepunt kent en weer af zal nemen. De uitdaging is om ondersteuning beschikbaar te houden voor iedereen die dit (echt) nodig heeft. Dit vraagt om een goede balans tussen de maatschappelijke opgaven waar we voor staan en de daaraan gekoppelde financiën. We gaan meer datagedreven werken zodat er meer zicht en inzicht op de financiële en inhoudelijke risico’s en effecten verkregen wordt op de lasten van het Sociaal Domein. Daarnaast maken we een beweging waarin we ondersteuningsvragen meer voorliggend op lossen zonder (duurdere) maatwerkvoorzieningen in te zetten. We blijven inzetten op het toewerken naar een toekomstbestendig, effectief en betaalbaar sociaal domein, waarbij realistisch begroten een belangrijk uitgangspunt is.
Vanaf 1 januari 2026 wordt de eigen bijdrage voor alle Wmo-voorzieningen weer inkomensafhankelijk. We zijn blij met deze wijziging die op verzoek van vrijwel alle gemeenten is doorgevoerd. We verwachten dat een deel van de gebruikers ervoor zal kiezen de ondersteuning zelf weer te organiseren waardoor de druk op capaciteit iets af zal nemen. Of de wijziging ook meer financiële ruimte geeft moet nog blijken. De VNG is hierover in gesprek met het ministerie van VWS. In 2025 zullen naar inwoners communiceren over de nieuwe eigen bijdrage systematiek. Afhankelijk van de uitwerking van de Rijksoverheid zullen we mogelijk nog beleidskeuzes moeten maken.
Beschermd wonen
Van Beschermd Wonen naar een Beschermd Thuis
De beweging van Beschermd Wonen naar een Beschermd Thuis binnen de Wmo is gericht op de perspectiefvolle groep. Hiermee wordt ingezet op doorstroom vanuit Beschermd Wonen naar zelfstandig wonen (met ambulante begeleiding). Dit vraagt om een goede aansluiting bij het ondersteuningsaanbod in brede zin binnen het sociaal domein. Mensen met psychische en sociaal-maatschappelijke problemen kunnen hun zelfstandigheid vaker behouden als passende ondersteuning in de thuissituatie sneller beschikbaar is. De ambitie is om samen met alle belanghebbenden een duurzame beweging in gang te zetten om kwalitatief goede, beschikbare en betaalbare hulp te borgen dichtbij mensen; van beschermd wonen naar een beschermd thuis.
Uitstel woonplaatsbeginsel
Het woonplaatsbeginsel houdt in dat alle gemeenten een eigen verantwoordelijkheid krijgen voor Beschermd Wonen, daar waar nu de centrumgemeenten deze verantwoordelijkheid nemen. In de BOCE-regio (Borger-Odoorn, Coevorden en Emmen) is Beschermd Wonen belegd bij de verantwoordelijkheid van de gemeente Emmen, en worden de indicaties gedaan door Stichting De Toegang. Het nieuwe voorstel houdt in dat voortaan één gemeente verantwoordelijk is. In de meeste gevallen zal dit de gemeente zijn waar de cliënt woont of gewoond heeft. Deze gemeente moet vervolgens de voorziening zelf verschaffen of inkopen bij een instelling in een andere gemeente. De Raad van State adviseert om Beschermd Wonen nog niet over te hevelen naar alle gemeenten en het woonplaatsbeginsel nu niet in te voeren. De VNG gaat vooralsnog uit van invoering per 2026. Dit betekent dat we hiervoor voorbereidingen treffen in 2025
Doordecentralisatie
In de drie colleges van de BOCE-gemeenten is een principebesluit genomen waarin is bestendigd dat de uitvoering van Beschermd Wonen bij de gemeente Emmen blijft belegd. De afspraken hierover zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Doordat de financiële doordecentralisatie is uitgesteld blijft Emmen in 2025 nog financieel verantwoordelijk. Doordat het woonplaatsbeginsel is uitgesteld, en dus niet per 1 januari 2025 ingaat, kan ook het verdeelmodel beschermd wonen niet worden ingevoerd.
In de DVO zijn nadere financiële afspraken gemaakt. De gemeente Emmen stelt elk jaar een regionale begroting op. De gemeenten dragen vanaf 2026 bij aan de kosten die Emmen namens de regio maakt voor BW vanuit hun objectieve BW-budgetten. De verdeelsleutel is gebaseerd op de verhouding tussen het historisch en objectief dat de regio als geheel ontvangt. Dit houdt in dat de drie gemeenten bijdragen aan de regionale kosten naar rato van hun inkomsten uit het objectieve verdeelmodel. Deze verhouding bepaalt welk deel van de begroting wordt gefinancierd uit het historisch budget voor de bestaande cliënten en welk deel wordt gefinancierd uit het objectief budget voor de nieuwe cliënten.
Inclusie
We willen toe naar een inclusieve samenleving waarvan iedereen onderdeel kan zijn en waaraan iedereen mee kan doen. Zo investeren we in mensen gelijke kansen geven. We geven uitvoering aan het beleid Emmen Regenbooggemeente. Daarin werken we aan de acceptatie, zichtbaarheid en veiligheid van inwoners die lhbti+ zijn. De inzet is ook gericht op het ondersteunen van inwonersactiviteiten die zich inzetten voor gendergelijkheid. We werken aan de fysieke en sociale toegankelijkheid van mensen met een beperking en/of chronische ziekte. Hiermee geven we invulling aan het VN-Verdrag Handicap. Dit moet aangevuld worden met een inclusieve leefomgeving, inclusieve arbeidsmarkt en inclusief onderwijs. In toekomstige beleidsstukken en interne bedrijfsvoering zullen we aandacht hebben voor inclusie.
Bijzondere doelgroepen
Maatschappelijke Opvang (MO)/Aanpak dakloosheid
De incidentele extra middelen die door het Ministerie van VWS beschikbaar zijn gesteld voor de brede aanpak van dak- en thuisloosheid zijn in onze regio ingezet voor projecten die bijdragen aan sociale inclusie en het voorkomen van dakloosheid. Een groot deel van deze middelen is in de afgelopen jaren besteed en voor het resterende deel is een bestemmingsreserve ingesteld. Deze bestemmingsreserve is bestemd voor het project Skaeve Huuse (voorheen Huisvesting Paradijsvogels genoemd).
In de meicircirculaire is gemeld dat de extra middelen voor de aanpak van dakloosheid structureel zijn toegevoegd aan het gemeentefonds vanaf 2024. Deze structurele extra middelen worden ingezet op het voorkomen van dakloosheid en het bieden van de juiste begeleiding.
Gemeentelijke opvang Oekraïne
Er is nog steeds een toenemende vraag naar opvangplekken voor vluchtelingen uit Oekraïne in Nederland. Emmen heeft een totaal aantal van ca. 1000 gemeentelijke opvangplekken, verdeeld over een viertal locaties. Op één van deze locaties, aan de Weerdingerstraat, eindigt de opvang eind 2025. In 2025 ligt er een opgave om te komen tot vervanging van de 400 opvangplekken aan de Weerdingerstraat om (minimaal) het huidige aantal opvangplekken te behouden. Naast de opgave om tot voldoende huisvesting voor ontheemde Oekraïners te komen liggen er gerelateerd aan de opvang tevens opgaven op het gebied van zorg en onderwijs.
Werk en participatie
De arbeidsmarkt is flink in beweging. Het personeelstekort zorgt ervoor dat (potentiële) werknemers in een sterkere positie verkeren dan voorheen. Er is echter ook sprake van een mismatch op de arbeidsmarkt. Het aantal moeilijk te vervullen vacatures neemt toe. Ondanks de krappe arbeidsmarkt hebben mensen met een arbeidsbeperking nog altijd een verminderde kans op werk. Dit is één van de conclusies uit het rapport 'Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers' van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) dat 27 juni 2023 werd gepubliceerd. Volgens Marjet van Houten, programmaleider Bestaanszekerheid en waardevol werken bij Movisie, is er daarom geen personeelstekort, maar een inclusietekort. 'Werkgevers zijn nog onvoldoende bereid om te werken met mensen die niet volledig voldoen aan de ‘norm’.'
Mede hierdoor wordt onder andere om- en bijscholing, de aanpak jeugdwerkloosheid, de Human Capital Agenda en de ontwikkeling van een regionaal werkcentrum belangrijk, als onderdeel van de landelijke herziening van de arbeidsmarktinfrastructuur.
Participatiebanen
We willen zoveel mogelijk mensen regulier aan het werk krijgen of op een andere manier van betekenis laten zijn als betaald werken (nog) niet kan. Daarom zetten we vanaf 2024 in op maximaal 30 participatiebanen, waarbij bekostiging plaatsvindt voor 2024, 2025 en 2026 vanuit het positieve bedrijfsresultaat over 2023 van de EMCO-groep. Deze banen zijn bedoeld voor mensen uit de doelgroep Participatiewet die het niet lukt om via het reguliere Banenplan van Menso een baan te behouden nadat zij hiernaartoe zijn begeleid. Hiermee zorgen we voor een zelf verdiend inkomen voor mensen en voorkomen we dat ze steeds weer terugvallen in de bijstand. We kijken naar de effecten van deze aanpak en gebruiken deze bij het verder ontwikkelen van beleid voor deze doelgroep.
Toekomst sociaal ontwikkelbedrijf
Het kabinet erkent het belang van sociaal ontwikkelbedrijven en maakt voor de periode 2025-2034 extra geld vrij waarmee gemeenten de sociaal ontwikkelbedrijven beter kunnen organiseren. Het gaat om een bedrag van bijna €600 miljoen. Met al eerder toegezegde middelen voor onder meer de financiering van beschut werk, gaat er de komende jaren in totaal ongeveer een miljard euro naar de sociaal ontwikkelbedrijven in Nederland. Ook daarna blijft er structureel extra geld beschikbaar.
Met de extra investeringen wil het kabinet sociaal ontwikkelbedrijven meer stabiliteit en continuïteit bieden voor de lange termijn, waardoor zij meer ruimte hebben om banen te realiseren voor werknemers met een arbeidsbeperking. Wanneer duidelijk is welke implicaties dit heeft voor de gemeente Emmen wordt hierover gerapporteerd.
Menso
Voor 2024 en verder is de DVO met Menso NV geactualiseerd en bijgewerkt. In deze geactualiseerde DVO zijn bepaalde beleidsonderdelen zoals Schuldhulpverlening voor ondernemers toegevoegd aan de DVO en zijn bestaande indexaties en CAO-ontwikkelingen verwerkt. Menso blijft zich in 2025 inzetten om inwoners te begeleiding naar passend werk of een passende daginvulling. Zo zal met de hoofdaanbieders Wmo samenwerking worden gezocht als het gaat om arbeidsmatige dagbesteding (Menssupport). Ook is er extra aandacht voor de begeleiding van statushouders naar werk.