Klimaatverandering en beheer openbare ruimte
Klimaatverandering heeft aanzienlijke effecten op de openbare ruimte. Toegenomen frequentie en intensiteit van extreme weersomstandigheden zoals hittegolven, hevige regenval, stormen en overstromingen kunnen de openbare ruimte beschadigen. Ook in onze gemeente zien we de effecten. In programma 5 hebben we hier ook aandacht voor. Verhoogde temperaturen, vooral in stedelijke gebieden, kunnen leiden tot het hitte-eilandeffect, waarbij de openbare ruimte, zoals straten en pleinen, overdag extreem warm wordt en 's nachts niet genoeg afkoelt. Dit kan het comfort van mensen in de openbare ruimte verminderen en de gezondheid schaden.
Veranderingen in het klimaat beïnvloeden de vegetatie in parken, pleinen en andere groene ruimtes. Klimaatverandering kan de infrastructuur in de openbare ruimte beschadigen, zoals wegen, bruggen, rioleringssystemen en openbaar vervoer hinderen. Om deze effecten te verminderen passen we de openbare ruimte aan door klimaatbestendig te ontwerpen, door groene infrastructuur te bevorderen, door waterbeheersmaatregelen te implementeren, door schaduwrijke en verkoelende ruimtes te creëren en door veerkrachtige infrastructuur te ontwikkelen.
Daarnaast zijn er doelstellingen voor het versterken van de biodiversiteit, verduurzaming en klimaatadaptatie. Vanwege de genoemde uitdagingen en doelstellingen krijgen we onder andere te maken met andersoortig inrichting en beheer van die openbare ruimte. Er ontstaan knelpunten in bijvoorbeeld oeverbeheer, dichtgegroeide en ondiepe sloten, verstopte duikers en verzakte dammen. Onder andere veenoxidatie, door wisselende (grond)waterstanden met bodemdaling als gevolg, is een voorbeeld dat maakt dat het beheer en onderhoud van de openbare ruimte voor aanzienlijke uitdagingen staat. Met name het wegenonderhoud is een constante factor van aandacht. In onze planvorming voor integraal beheer van de openbare ruimte steven we ernaar om de negatieve effecten hiervan te minimaliseren.
Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR)
De ontwikkeling van een Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR) is opgestart en wordt eind 2024 aan de raad voorgelegd. Omdat we nu nog geen IBOR hebben, ontbreken algemene beleidskaders voor de inrichting van het openbare gebied in wijken en dorpen. In de ontwerp- en beheeropgave (en de relatie daartussen) kan dit leiden tot onevenwichtige of opzichzelfstaande plannen. Op onderdelen ontbreekt de verbinding in beleid, ontwerp en vervolgens het beheer en onderhoud.
Verder zijn er een aantal ontwikkelingen op het gebied van leefbaarheid, duurzaamheid & klimaat, biodiversiteit, gezondheid, vergroening en inrichting die vragen om een meer integrale benadering van de inrichting van de buitenruimte en de beheervisie daarop. In de organisatie is er behoefte aan concrete uitgangspunten en richtlijnen, welke in heldere vormen en duidelijke taal gecommuniceerd dienen te worden. Er wordt gevraagd naar kaders, waar keuzes op gebaseerd kunnen worden.
Het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte biedt een overkoepelend kader voor de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Vastgesteld worden de gewenste (beheer)kwaliteiten, de ontwikkelrichting voor inwonersbetrokkenheid (participatie) en de manier waarop wordt bijdragen aan de Omgevingswet en de maatschappelijke opgaven zoals biodiversiteit, gezonde leefomgeving en energietransitie.
Versneld wegwerken onderhoudsachterstanden
In onze gemeente zijn onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte. We constateren ook dat de opgave is veranderd: klimaatverandering leidt tot schade aan het openbaar gebied dat bovendien veel intensiever wordt gebruikt. De stijgende schaarste in uitvoeringscapaciteit, materieel en de algemene landelijke prijsstijgingen, leiden tot hogere kosten. Om onderhoudsachterstanden weg te kunnen werken, analyseren we het areaal en de gewenste uitgangspunten voor het beheer en onderhoud voor de komende jaren. Ook analyseren we de adequaatheid van de organisatie. Om toe te werken naar een organisatie die opgavegericht zowel onderhoudsachterstanden weg kan werken en toekomstbestendig is om integraal te werken in de openbare ruimte, komen we voor het zomerreces met een plan van aanpak.
Beheer wegen, fiets- en voetpaden
Met de beschikbaar gestelde aanvullende middelen werken we eraan om onze wegen gemiddeld op niveau C te krijgen. Op basis van een quickscan (voorjaar van 2024) constateren we dat, op reeds aangepakte locaties, de genomen maatregelen effect hebben gehad in het bereiken van dit gewenste kwaliteitsniveau. Met de reguliere tweejaarlijkse inspecties blijven we de onderhoudstoestand van onze wegen op de voet volgen.
Een onderdeel van het beheer van wegen, fiets- en voetpaden is het borstelen, branden en vegen van de verharding. We zien dat door weersomstandigheden het onkruid op bepaalde momenten zo hard groeit dat het moeilijk is om aan het gewenste beeldkwaliteit te voldoen. Daarom stellen we nieuwe werkpakketten op om de openbare ruimte op dit punt weer op orde te krijgen.
Beheer watergangen
Zaksloten, ontwateringssloten, schouwsloten en oevers worden al meerdere jaren sober en doelmatig onderhouden. Knelpunten worden vanwege de beperkte budgetten ad-hoc aangepakt. Door klimaatveranderingen ontstaan grote schommelingen van het waterniveau waardoor een voedingsbodem is ontstaan waar riet en houtachtige vegetaties goed gedijen. Dit vermindert de functie, belevings- en gebruikswaarde (vissen, zwemmen, varen en afwatering) aanzienlijk. Daarom hebben we extra budget gerealiseerd om een eerste inhaalslag te maken.
Beheer begraafplaatsen
Om de beeldkwaliteit op begraafplaatsen te verbeteren en om medewerkers efficiënter in te kunnen zetten voor onderhoudswerkzaamheden, richten we de onderhoudsbestekken anders in. Dit is mogelijk omdat de huidige overeenkomst maart 2025 eindigt en het groenonderhoud opnieuw moet worden aanbesteed.
Recreatief fietsnetwerk
Samen met de provincie Drenthe en andere partners werken we aan de kwaliteitsverbetering van het recreatief fietsnetwerk om de positie van Drenthe als dé fietsprovincie van Nederland te versterken. Zo is in 2024 het fietspad Rundedal vernieuwd. De werkzaamheden voor het fietspad Noordbargerbos zijn in voorbereiding.
Op dit moment wordt ook gewerkt aan het beschermen van natuurgebied Bargerveen en om dit gebied toegankelijk te maken voor recreatie. In dat kader is het plangebied ‘Buffer-zuid’, een oude NAM-weg, toebedeeld aan de gemeente Emmen met de afspraak om er een fietsverbinding te realiseren tussen het Bargerveen en Nieuw-Schoonebeek.
Centrumvernieuwing dorpen en wijken
In Nieuw-Schoonebeek en Klazienaveen starten de werkzaamheden voor centrumvernieuwing waarvoor in 2024 met beide dorpen plannen zijn opgesteld. In de Delftlanden realiseren we in samenspraak met de inwoners een wijkpark. De herinrichting van het openbare gebied van het centrum van Emmer-Compascuum pakken we op als er duidelijkheid is over een aantal bepalende particuliere ontwikkelingen. Over de herinrichting zijn we in gesprek met het dorp. Na uitvoering van deze projecten is het beschikbare budget voor de vernieuwing van dorpen en wijken grotendeels besteed. Om noodzakelijke vernieuwingen te kunnen blijven doen, zetten we het fonds Dorpen en Wijken voort.
Mobiliteit
Er vindt een mobiliteitstransitie plaats waarbij de overgang naar duurzame en actieve mobiliteit vraagt om een nieuwe verdeling van de ruimte over voetgangers, fietsers, ov en auto’s. Daarom is er behoefte om scherp te krijgen wat de mobiliteitstransitie voor onze regio betekent, wat er nu al gaande is maar ook wat de gewenste visie is op de transitie. Onze regio wordt gekenmerkt door een aantal verstedelijkte kernen met daartussen een relatief leeg achterland met een sterke autoafhankelijkheid waarin zaken als vervoersarmoede een andere betekenis hebben dan in de stad. Tegelijkertijd willen we de bereikbaarheid van Emmen en de regio verbeteren om daarmee de stedelijke en economische groei te faciliteren en het centrum van de stad maatschappelijk en sociaaleconomisch optimaal te laten functioneren.
Plan voor duurzame mobiliteit
Het huidige verkeers- en vervoersbeleid (GVVP) is gedateerd. Omdat Emmen een stedelijk knooppunt is op het Europese TEN-T netwerk (zie ook programma 2), moet er volgens de EU uiterlijk 1 januari 2027 een vastgesteld Sustainable Urban Mobility Plan (SUMP) zijn. Een strategisch plan dat is ontworpen om te voldoen aan de mobiliteitsbehoeften van mensen en bedrijven in steden en hun omgeving. Voor de mobiliteitstransitie en voor het bereikbaar houden van Emmen en de regio stellen we nieuw mobiliteitsbeleid op, passend bij de groeiende ambities van Emmen. Een actueel beleid vergroot de kans om in aanmerking te komen voor Europese subsidies.
Zowel het SUMP als de ontwikkeling van de Omgevingsvisie kennen een traject van inwonersparticipatie. Voor de kwaliteit van de participatie als van de planinhoud, werken beide projecten nauw samen en treden de beide projectteams tegenover de inwoners en bedrijven gezamenlijk op.
Bereikbaarheid Emmen
In Emmen Centrum staat een groot aantal omvangrijke ontwikkelingen op stapel: de transformatie van het gebied tussen 'Markt en Weiert', het stationsgebied ('Nols-kwartier') en de ontwikkeling van de Greenwise campus. In een op te stellen Integraal uitvoeringsplan Bereikbaarheid Emmen Centrum worden de multimodale bereikbaarheidsprojecten in Emmen Centrum (hoofdstructuur) nader uitgewerkt in relatie tot de omvangrijke ontwikkelingen. Dit uitvoeringsplan vormt de onderbouwing voor het Volume Bereikbaarheid Emmen Centrum en de inzet hiervan. Dit volume is ingesteld om kansen te kunnen benutten (onder andere subsidiemogelijkheden), flexibel in te kunnen spelen op ontwikkelingen en om voortgang te kunnen maken in de realisatie van projecten. Voor de concretere projecten, die op korte termijn gerealiseerd moeten worden, zoals de reconstructie van de N391 en N862, herinrichting Dordsestraat en Weerdingerstraat, doorfietsroute F862, etc. zijn de middelen grotendeels beschikbaar gesteld.
Openbaar vervoer - Spoorontsluiting waaronder Nedersaksenlijn
In het Deltaplan Noordelijk Nederland (MIRT 2022) is de ambitie uitgesproken om Noordelijk Nederland beter per spoor te ontsluiten. Op dit moment vindt onderzoek plaats naar de kansen voor de Nedersaksenlijn. Ook wordt onderzoek gedaan naar verbeteringen op het bestaande spoornet, waaronder Emmen-Zwolle. De uitkomsten van beide onderzoeken worden in het bestuurlijk overleg MIRT van november 2024 besproken. Bij een positief besluit worden beide plannen verder uitgewerkt. Voor de Nedersaksenlijn start dan een MIRT Verkenning naar o.a. het voorkeurstracé, locatie van het station, hoe de spoorlijn er uit komt te zien en de wijze waarop deze spoorlijn bijdraagt aan de brede welvaart. Het is noodzakelijk dat Emmen dan ook een plan opstelt hoe ruimtelijk en stedenbouwkundig bij de Nedersaksenlijn aangesloten kan worden. Verkeerskundig vooral voor wat betreft station Emmen en omgeving en de spoorwegovergangen in Emmen centrum. Maar in bredere zin ook in relatie tot de grootschalige woningbouw en de grote ontwikkelopgaves binnen de gemeente Emmen.
Openbaar vervoer - Snelbus Hoogeveen
In het 'Ontwerp hoofdlijnen dienstregeling busvervoer 2025' van mei 2024, heeft het OV-bureau een nieuwe sneldienst aangekondigd tussen Emmen en Hoogeveen. Vooralsnog gaat de bus rijden op werkdagen in de beide spitsperioden, als aanvulling op de reguliere stopdienst lijn 27. Samen met het OV-bureau werken we aan het implementeren van deze nieuwe sneldienst. Mogelijk zijn nieuwe haltevoorzieningen nodig, afhankelijk van de gekozen routevoering.
Verkeersveiligheid - Risicogestuurde aanpak
Op basis van risicoanalyses pakken we locaties aan met de hoogste risico’s op verkeersonveilige situaties. Het gaat om de volgende vier kruispunten: Boslaan-Houtweg, Houtweg-Laan van de Marel-Laan van de Bork, Nieuw-Amsterdamsestraat-Brinkenweg en Statenweg-Veldlaan. Daarnaast treffen we kleine verkeerstechnische maatregelen op locaties met een hoog en zeer hoog risico.
Naast infrastructuur voeren we jaarlijks een 40-tal projecten uit binnen het programma Verkeerseducatie Regio Zuidoost-Drenthe. Eén van de onderdelen die vanuit de provincie Drenthe bijzondere aandacht heeft is het programma Doortrappen waarbij wordt gestimuleerd dat ouderen langer en veilig blijven fietsen. Zie ook programma 3, Veiligheid, onderdeel ‘Verkeersveiligheid’.
Verkeersveiligheid - Openbare verlichting
Straatverlichting zorgt voor meer veiligheid in het verkeer. Ook voelen mensen zich veiliger in een goed verlichte straat. We beheren zo’n 22.700 lichtpunten en ruim 40% van dit areaal is nu voorzien van zuinige ledverlichting. We blijven inzetten op het verder verduurzamen van het areaal door minder efficiënte verlichting te vervangen, in de basis als het einde van de technische en economische levensduur nadert.