Lokale heffingen

Naar aanleiding van de in deze paragraaf geschetste ontwikkelingen, kan het volgende overzicht van de lokale belastingdruk worden gemaakt. In het rekenvoorbeeld wordt uitgegaan van een woning met een (gemiddelde) WOZ-waarde van €238.000 in 2024, die naar verwachting stijgt met ongeveer 6% naar een waarde van €252.000 in belastingjaar 2025 (met waardepeildatum 1 januari 2024). Deze stijging komt vooral door nieuwbouw, gecombineerd met de stijgingen van woningprijzen in de afgelopen tijd. Omdat het doel is dat de OZB voor een gemiddelde woning niet stijgt, zullen de vast te stellen tarieven lager zijn dan in 2024 om zo de gestegen huizenprijzen te compenseren.

Het tarief voor afvalstoffenheffing is nog voorlopig, ook onder voorbehoud van goedkeuring door de raad. Er is per 2022 Diftar ingevoerd, en sinds 2023 hebben we goede (bruikbare) cijfers over de aangeboden hoeveelheden afval. De variabele inkomsten zijn mede afhankelijk van hoe vaak de (grijze) containers worden aangeboden en hoeveel vuilniszakken er in de ondergrondse containers worden gedaan. De uiteindelijke kosten zijn daardoor onzeker. In de afgelopen jaren hebben we de tarieven voor afval gelijk kunnen houden. Dit heeft echter geresulteerd in een te lage opbrengst in vergelijking met de gemaakte kosten, dus een (te) lage kostendekkendheid. Voor de begroting van 2025 is de wens om de kostendekkendheid te verbeteren, dus zal het voorstel zijn om de tarieven voor het vaste gedeelte te verhogen. De tarieven voor variabel (het aanbieden van zakken of containers) blijven gelijk.

Het hierboven opgenomen tarief voor de afvalstoffenheffing is een gemiddelde berekening. Hiervoor is voorlopig uitgegaan van het vaste tarief van €244 per jaar en 12 keer aanbieden van de minicontainer (a €7 per keer). Het totaal te betalen bedrag aan afvalstoffenheffing is uiteindelijk afhankelijk van het aantal keren dat restafval wordt aangeboden.

Alle hierboven genoemde tarieven zijn nog onder voorbehoud. Allereerst worden deze pas vastgesteld bij de behandeling van de belastingverordeningen door de gemeenteraad, maar daarnaast zijn onder meer OZB en rioolheffing afhankelijk van de vast te stellen WOZ-waarden. Ten tijde van dit schrijven wordt het proces van taxeren doorlopen, dus de genoemde berekeningen zijn op basis van globale gemiddelden genomen.

Door het beleid van de afgelopen jaren om de stijging van de woonlasten te beperken, is de positie van de gemeente Emmen op de COELO ranglijst van gemeenten met de hoogste woonlasten in de afgelopen jaren verbeterd. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de woonlasten weergegeven. In vorige jaren hebben we de plaats op de ranglijst voor de 37 grote gemeentes in Nederland weergegeven. Echter, Coelo stelt daar sinds kort geen afzonderlijk rapport meer van op. We kiezen er daarom voor om de cijfers te gebruiken van het rapport van alle gemeenten in Nederland. Alle gemeenten hebben een rangnummer die aangeeft hoe hoog de woonlasten zijn in vergelijking met andere gemeenten. Nummer 1 heeft hierbij de laagste woonlasten, nummer 345 de hoogste. Pas in maart 2025 zullen de vergelijkingscijfers over 2025 bekend zijn, en ook of de gewenste doelen bereikt zijn.

Enkele kanttekeningen hierbij: Coelo gaat uit van een gemiddeld lagere waarde voor een huurwoning, daarom is er verschil tussen de bedragen bij een huurwoning in bovenstaand en onderstaand schema. Daarnaast worden de aanbiedingen van afval (het variabele deel) niet geheel meegenomen. Dit verklaart de verschillen tussen boven- en onderstaande tabellen.
Hieronder is grafisch weergegeven wat de woonlasten voor een meerpersoons huishouden in een eigen (koop-) woning bedragen in de omringende gemeenten (bron: Coelo).